
Spreekwoorden: (1914)
Over den kop gaan (of zijn)d.w.z. failliet gaan (zijn), of zooals men in de Zaanstreek zegt: over de bien zijn of over oor zijn (Boekenoogen, 43 en 693); elders met de beenen in de hoogte of in de lucht liggen (Harreb. I, 40); over de beenen zijn; eene buiteling doen, maken (fr. culbuter ou faire la...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Over den kop gaan (of zijn)d.w.z. failliet gaan (zijn), of zooals men in de Zaanstreek zegt: over de bien zijn of over oor zijn (Boekenoogen, 43 en 693); elders met de beenen in de hoogte of in de lucht liggen (Harreb. I, 40); over de beenen zijn; eene buiteling doen, maken (fr. culbuter ou faire la...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.